Ik was onderdeel van veilige en onveilige werksituaties, van insluitende en uitsluitende. Ik heb ervaren hoe productief het eerste is en hoe improductief het tweede. Mijn werkgeluk wordt daardoor bepaald. Niet door de inhoud, hoe uitdagend ook. Niet door de functie, hoe ambitieus ook. Niet door de werkplek, hoe mooi ook. En het gaat om meer dan mijn werkgeluk. Ik ben thuis een leuker mens als ik me oké voel in mijn werk.
Ik was slachtoffer van onveiligheid en uitsluiting en dader. Dat laatste onbedoeld en onbekwaam. Maar toch. Ik vervulde rollen waarin dat geen excuus mag zijn. Onbedoeld daderschap maakt overigens ook ongelukkig, denk aan pesters op school.
De opgave waar de infrasector voor staat is enorm. Er is werk voor iedereen die mee wil werken. Alleen als we samen in een flow komen gaan we het redden.
Onveiligheid en uitsluiting zijn voor een deel systemisch en institutioneel. Opdrachtergever – opdrachtnemer verwordt ongemerkt tot boven- en ondergedrag, ongezonde afhankelijkheid, je niet durven uitspreken en dat door de hele keten heen. Onveiligheid en uitsluiting stromen van boven naar beneden door organisatie. Als we het tussen en in de top van organisaties niet wegnemen, raakt het iedereen. Dat is mijn opdracht.
Hee, ben jij oké? – Marten Klein, Ingenieursbureau Gemeente Amsterdam